De bijeenkomst startte onder begeleiding van Paul Koenraadt met het bezoeken van 3 percelen, inclusief de tunnelkassen. De Noordoost Polder is uitgestrekter dan vele andere delen van Nederland, want een van de percelen heeft een lengte van maar liefst 1.500 meter.

Nopfleur heeft net zoals de meeste Pioenenkwekers dit jaar te maken met veel uitval in het gewas als gevolg van Phytophthora. De natte winter en het natte voorjaar hebben daar ongetwijfeld aan bij gedragen, maar de verwachting is dat het niet alleen door de nattigheid komt, maar ook dat er nog andere onbekende oorzaken zijn.

Onkruidbeheersing:

Na de rondleiding gaf Paul Koenraadt een uitleg over hoe Nofleur de onkruidbeheersing aanpakt. Er wordt gewerkt met een afbrandmachine, maar er is de afgelopen jaren met succes veel geëgd. Waarschijnlijk worden door het eggen de planten licht beschadigd waardoor Phytophthora zich door deze invalspoorten makkelijker kan verspreiden. Met die veronderstelling heeft Paul besloten om te stoppen met het eggen.

Teelt:

Peter Morrenhof, adviseur van Delphy, gaf een presentatie over Phytophthora en Botrytis in de teelt. Morrenhof gaf o.a. een toelichting op de invloed van drainage, bodemstructuur, ruggenteelt en druppelbevloeiing op Phytophthora. Maar ook vocht en vorstschade kwam aan de orde.

Tijdens de presentatie van Peter Morrenhof werd door de aanwezigen geconcludeerd dat de Pioengewassen dit jaar duidelijk afwijken ten opzicht van andere jaren. Buiten het ras-afhankelijk veel wegvallen als gevolg van Phytophthora, blijkt dat zowel onder tunnels als in de onbedekte teelt, het aantal bloemstelen fors minder is, het aantal pluizen per steel is ook beduidend lager, maar de bloemknoppen zijn gemiddeld ook kleiner dan de afgelopen jaren en er zijn ook veel meer uitgedroogde bloemknoppen.

Bewaring:

Wendy Metselaar en Pauline Bugter, beide van Chrysal, gaven een toelichting op hoe Pioenen beter na de oogst bewaard kunnen worden, en hoe tijdens de bewaring Botrytis beter beheerst kan worden.

Momenteel vinden vanuit Chrysal diverse onderzoeken plaats m.b.t. bewaren van Pioenen. Uit die onderzoeken zal naar verwachting naar voren komen dat verschillende Pioenrassen ook verschillend behandeld moeten worden.

Elektrische werktuigdragers:

Hens Hinlopopen demonstreerde een paar elektrische werktuigdragers. Sinds 2017 ontwikkelt Hinloopen samen met Gebr. Ezendam BV uit Borne elektrische werktuigdragers die modulaire oplossingen kunnen uitvoeren voor gewasverzorging in de teeltsector.
In de basis zijn de elektrische werktuigdragers verkrijgbaar in twee varianten:
1. De één wiel elektrisch aangedreven werktuigdrager. Bekijk hier op Youtube en hier een artikel van Nieuwe Oogst.
2. De drie wiel aangedreven E-trike. Bekijk hier en hier op Youtube.

Deze elektrische werktuigdragers zijn zeer breed inzetbaar aangezien ze met diverse opties/toepassingen uit te voeren zijn. Hierbij valt te denken aan:
- Laag Volume Strooitechniek (LVS): het over de bodem verdelen van chemische en/of biologische middelen evenals ‘groene’ plantversterkende middelen, bacteriepreparaten en/of vloeibare meststoffen.
- Mechanisatie onkruidbeheersing middels schoffels of triltand cultivator.
- Rijenbemester met 2 uitlopen
- Kilverbak
- Irrigatieslanglegger, plaatst de irrigatieslang 10cm onder de grond.
De werktuigdragers zijn eenvoudig en snel om te bouwen voor het wisselen van de hierboven genoemde toepassingen.
Geert Op ’t Hof die al diverse jaren positieve ervaring heeft met de elektrisch aangedreven werktuigdrager gaf aan dat het grote voordeel van deze machines is dat ze licht in gewicht zijn en dat daardoor de bodemstructuur behouden blijft.

Gerrit Peeters