Afgelopen woensdag kwam het expertteam mechanische onkruidbestrijding van LTO weer bijeen om praktijkervaringen en uitdagingen uit te wisselen die spelen in diverse land- en tuinbouwgewassen, waaronder de boomkwekerij. Doel is te kijken waar sectoren elkaar kunnen vinden op weg naar 2030, het jaar dat alle teelten ‘nagenoeg emissievrij’ en ‘weerbaar’ moeten zijn. Minder chemische gewasbescherming, kortom.

In diverse sectoren wordt steeds meer ingezet op mechanische onkruidbestrijding, maar dat is in de praktijk niet altijd mogelijk door omstandigheden. Het gaat ook niet zozeer om bestrijding van al het onkruid, maar om beheersing van onkruidpopulaties. Bovendien blijven middelen nodig wanneer mechanisch niet goed mogelijk is.

Verdiepen in instellingsmogelijkheden en rijsnelheden

Een integrale aanpak is daarom essentieel volgens het expertteam. Er is een samenhang tussen bouwplan, inzet van technieken en middelen, ontwikkeling en beheer van onkruidpopulaties. Met een integrale aanpak zal in de praktijk veel winst te behalen zijn, en zo ook met een juiste afstelling van machines.

Dat laatste is bijvoorbeeld in de suikerbieten onder de loep genomen. Telers zijn geadviseerd om zich goed in de instellingsmogelijkheden en rijsnelheden te verdiepen, want dit alles heeft een grote invloed op de effectiviteit van de bewerkingen. Daarbij zijn timing en precisie cruciaal om kiemend onkruid zo snel mogelijk de kop in te drukken. Hiervoor is het nodig om het perceel, totdat het gewas sluit, 2-3 keer per week te controleren.

Technisch veel haalbaar, maar moet ook betaalbaar zijn

Voor het uitvoeren van precisiebewerkingen (spuiten of schoffelen) is steeds meer technologie beschikbaar, zoals cameratechnologie. De praktijk maakt er echter nog niet voldoende gebruik van; het expertteam meent dat sectoren nog diverse mogelijkheden onbenut laten. Technisch kan er wel veel haalbaar zijn, maar het moet voor ondernemers natuurlijk ook betaalbaar zijn, en dat de kosten opwegen tegen de baten.

Tot de middelen die nodig blijven tegen onkruid in de landbouw, zijn middelen op basis van glyfosaat. Het gebruik moet wel omlaag. De landbouw zet daarom meer in op alternatieven, met name in graslandbeheer en het onderwerken van groenbemesters en vanggewassen.

Het expertteam is onderdeel van het landelijke LTO-programma ‘Weerbaarheid in de Praktijk’ dat met steun van het Ministerie van LNV draait.

Arno Engels