In de demo zijn behandelingen uitgevoerd in beworteld stek van Pieris, Azalea, Vaccinium en Buxus. De toepassingen hebben plaatsgevonden in het vroege voorjaar. Na een behandelingsperiode van 6 weken zijn de planten opgepot (Pieris, Azalea, Vaccinium). Hierna zijn de verschillende objecten verder gevolgd. Doel hierbij was om te bekijken of er een effect te zien was op de ontwikkeling van de opgepotte gewassen. Tijdens de oppotwerkzaamheden kunnen de gewassen enige stress ondervinden, door toepassing van de plantversterkende producten zou deze stress verminderd kunnen worden.

Over het algemeen zijn weinig verschillen tussen de behandelde objecten en het onbehandeld object gevonden. In Vaccinium leek een klein verschil zichtbaar te zijn voorafgaand aan het oppotten, echter werd ook hierin de gewasontwikkeling weer snel gelijk getrokken met de andere objecten.  Het gebruik van plantversterkende producten en de meerwaarde die het kan bieden in de boomkwekerij blijkt telkens weer erg afhankelijk van het gewas en het doel van de behandeling. Plantversterkers bevatten vaak bestanddelen zoals aminozuren, zeewierextracten, nuttige schimmels en/of bacteriën. Elk van deze bestanddelen heeft een bepaald doel en het is bij gebruik dus ook van groot belang te weten wat er in een product zit en of dit bij past bij het doel van de toepassing. Toepassing van dergelijke producten op een moment dat de plant het niet nodig heeft zou ook een negatief effect kunnen hebben, het is van belang dat een kweker hier ook bij stilstaat.