Potgrond: veen blijft voorlopig basis, maar meer alternatieven nodig

donderdag 08 december, 2022

Veen blijft voorlopig de basis voor hoogwaardige veilige substraten, onderstreepte Han de Groot, directeur Vereniging Potgrond- en Substraatfabrikanten Nederland, op het webinar over minder veen en meer alternatieven.

Arno Engels

Voor het webinar dat de LTO Vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen woensdagavond 7 december hield, hadden meer dan 100 kwekers, adviseurs en andere sectorgenoten zich aangemeld.

Aanleiding voor het webinar was het convenant dat onlangs een brede coalitie van partijen ondertekende. „Het convenant is niet tegen veen”, maakte De Groot duidelijk, „maar het is bedoeld om de milieu-impact van substraten in de keten te reduceren.”

Veen blijft voorlopig de basis voor hoogwaardige veilige substraten. „60% van het totaal volume grondstoffen is veen, 21% is kokos. Nu bestaat 28% uit hernieuwbare grondstoffen; dit percentage stijgt per jaar met 0,5%”, vertelde De Groot. „Telkens als je een grondstof gaat vervangen, zijn er hele grote volumes nodig en een constante productiestroom.”

Verantwoord gewonnen kokos zoals RPP

Elke grondstof heeft een bepaalde milieu-impact, vervolgde Marco Zevenhoven, operationeel directeur van de RHP. Een verantwoorde productieketen is het doel. Met Responsibly Produced Peat (RPP) bewijst een fabrikant dat het veen 100% verantwoord gewonnen is. „Voor bijvoorbeeld kokos gaan we in 2023 een certificering zoals RPP ontwikkelen.” In de loop van 2023 gaan fabrikanten ook de LCA (Life Cycle Analysis) toepassen om de milieu-impact van grondstoffen aan te tonen. „Kwekers kunnen dan de milieu-impact vergelijken als ze dat zouden wensen.”

Zevenhoven adviseerde het gebruik van RHP-gecertificeerde producten. „50% van de schadegevallen die we onderzoeken, is bij niet-gecertificeerde veenalternatieven. Met certificering moeten we de veiligheid van grondstoffen waarborgen.” Anders kan het risico groot zijn. „In de jaren ’90 leidde een grondstof in potgrond van een boomkwekerij tot een groot probleem. Het zou de export naar Engeland €75 miljoen kosten.”

Kwekers beproeven Miscanthus

Vorig jaar is gecomposteerde boomschors toegevoegd aan de lijst van RHP-gecertificeerde producten. „Gecomposteerde houtvezel zou er ook voor in aanmerking kunnen komen.” Kweker Charl Goossens sprak ook op het webinar. „Het aandeel RHP-alternatieven voor veen is toch beperkt”, stelde de kweker. „We hebben veel meer alternatieven nodig.”

Zijn bedrijf, laurierkwekerij Gova, beproeft verschillende experimentele grondstoffen, waaronder Miscanthus-vezels. Dat doen ook andere kwekers binnen Treeport Zundert en de Zundertse LTO-innovatiekring rond weerbaar telen. „Met Miscanthus behalen we goede resultaten”, aldus Goossens die al enkele jaren veenvrij kweekt vanwege de export. „Wij zijn anders gaan telen.”

Als een potgrond uit meerdere grondstoffen en veel microleven bestaat, is deze weerbaarder tegen ziekten, stelde onderzoeker Chris Blok van Wageningen University & Research op het webinar. Afgelopen jaar is meerjarig onderzoek gestart aan hernieuwbare grondstoffen. „Doel is een standaard voor het meten van de microbiologische kwaliteit van groeimedia op basis van hernieuwbare grondstoffen. Belangrijk is: wat meten we, wat is het, en wat doet het in het groeimedium?”

Veenvrij? Start met makkelijk groeiend gewas

Kwekers die veenvrij willen kweken, doen er verstandig aan te starten met een makkelijk groeiend gewas en met een proefvak, zo adviseerde Arie Schipper van Delphy tot slot op het webinar. „De structuur van een veenvrij mengsel is vaak goed, maar snel te droog. Veenvrij buffert minder water. Houdbaarheid in de keten is daarom ook een punt van aandacht.”

Binnenkort zijn de presentaties van het webinar terug te kijken via LTO YouTube.

Arno Engels

Meer nieuws

© 2024 LTO Vakgroep Bomen en vaste planten - LLTB - LTO Noord - ZLTO
Disclaimer - Privacy statement