Weerbare bodem

Weerbare bodem bij Boomkwekerij A. Leune

In 2015 zijn bij Boomkwekerij A. Leune in Benthuizen twee behandelingen ingezet. Beiden vergroten de weerbaarheid van de bodem. Bij het planten zijn de volgende behandelingen toegepast:

1) Koppert, Nematodenmix. Deze mix werkt tegen bodemaaltjes. Getest wordt:

  • Combinatie van Nematodenmix met Profunda,
  • Profunda,
  • Fortafol en
  • Onbehandeld.

2) Plant Health Cure (PHC): complete PHC methode (biovin en mycorrhiza). Van PHC ligt er nu Biovin en onbehandeld. In de behandeling met Biovin worden bij het planten mycorrhizae meegegeven.   

Voor de activiteiten en resultaten 2015, kijk hier.  In mei 2017 worden de planten die op de proefpercelen zijn geplant nog waargenomen en worden de eindresultaten op deze website gecommuniceerd. De eerste opzet van het eindverslag is hier te vinden.  Er wordt gekeken naar: 

  • De groei en hoogte van de planten;
  • De wortels;
  • Vergelijking aaltjesmonsters.

Contactpersoon project: Mariken Schenkeveld, Cultus. 

 

Bij Leune is ook een kleinschalige proef opgezet met de toepassing van het steenmeel fertiliet. Op het betreffende perceel hebben groenbemesters gestaan en is naar de bewortelling gekeken. In 2017 zal ook hier het gewas dat op het betreffende perceel wordt geplant, worden waargenomen.  De eerste indrukken:

  • Ten opzichte van blanco heeft de toediening van het steenmeel fertiliet geleid tot een verbeterde structuur van de grond: fijnere korrelstructuur en daardoor een betere beworteling.  Afhankelijk van het soort steenmeel zorgt de structuur van de steenmeelkristallen voor een aanhechtingsplaats voor bodemleven.  Het steenmeel zorgt ook voor vergroting van de CEC.
  • In de behandelde veldjes was te zien dat daar de beworteling beter was. Enerzijds kan dat komen door de verbeterde structuur. Fertiliet zorgt ook voor een grotere binding van voedingselementen en water en laat deze elementen weer langzaam vrijkomen aan de grond en planten. 

Kijk hier voor de opzet van de proef en de eerste waarnemingen.  Het eindverslag is hier te vinden. 

 

Contactpersoon: Esther Hessel, Hessel Marketing & Communicatie

Weerbare bodem bij Vruchtboomkwekerij Guus van Montfort

Bij Vruchtboomkwekerij Guus van Montfort worden een aantal strategieën getest om de schade door Pratylenchus penetrans te reduceren. Op het perceel zijn een zestal behandelingen in zowel appel als peer aangelegd. Voor toepassing van de behandelingen en na toepassing zijn van elk proefveldje aaltjesmonsters genomen om de uitgangssituatie in beeld te brengen. De volgende behandelingen:

  • Blanco;
  • Nematodenprogramma Soiltech;
  • Micosat LEN;
  • Nematodenprogramma van Plant Health Cure;
  • Aaltjesweg;
  • Tagetes extract Servaplant;

In november 2015 zijn aaltjesmonsters van de diverse behandelingen genomen en is de lengtegroei in beeld gebracht. 2016 worden de waarnemingen opnieuw uitgevoerd. 

Kijk in bijlage voor de eerste resultaten 2015.

Contactpersoon: Hans Smeets, Delphy.

Weerbare bodem bij Boomkwekerij Gebr. Roelands

Op het proefperceel van de Gebroeders Roelands in Wernhout is een proef aangelegd om de bodemstructuur te verbeteren. De bodem is op dit perceel verdicht. Door inzet van enkele strategieën wordt getest of deze bodemstructuur verbeterd kan worden en daarmee de groei van het gewas ook verbetert. 

De verschillende behandelingen zijn toegepast:

  • Carpinus:    Soiltech Fytaforce en DCM mix5. Plus schoffelen.
  • Carpinus:    Plant Health Cure: OPF Granulaat en OPF Vloeibaar. Plus schoffelen.
  • Quercus:     Vlamings Monterra Malt en Nitrogen. Plus Japanse haver.
  • Quercus:     Plant Health Cure, Luzerne 3:1:3.  Aardwormen uitgezet en inzaai Japanse haver met Wikke.

Metingen gedurende de projectperiode: 

  • Effecten van bemesting op bodemleven;
  • Effect van bemesting op groei gewassen;
  • Effect behandelingen op verdichting van de bodem;
  • Kennis nemen van de verschillende organische meststoffen.

Kijk voor de eerste resultaten 2015 in de bijlage. 

De resultaten 2016:

  • Op basis van de penetrologger metingen lijken de behandelingen PHC met Biovin en OPF, Monterra Malt, nitrogen en japanse haver en de combinatie van Soiltech met DCM mix 5 het beste effect te hebben op de doorlatendheid van de bodem;
  • De eerste behandeling met PHC Yuccah, Japanse haver en wikke en luzerne lijkt het minste effect te hebben op basis van de metingen met de penetrologger.  Deze behandeling ligt wel op het laagste deel van het perceel.

De combinatie van de inzet van de genoemde strategieën met schoffelen heeft een verbetering van de bodemstructuur en doordringbaarheid van de bodem gerealiseerd. 

Voor het uitgebreide eindverslag kijk hier. 

Contactpersoon: Hans Smeets, Delphy.

Biologische grondontsmetting roos

In dit project worden alternatieve methoden om schadelijke aaltjes te beheersen, onderzocht. Aanleiding zijn onder andere de beperkingen die ontstaan zijn voor het chemisch ontsmetten met metamnatrium. Het belangrijkste schadelijke aaltje is hierbij Pratylenchus penetrans (Pp).

Er zijn diverse demo’s aangelegd door Cultus, Delphy en Groeibalans in de regio Zundert en Lottum:

  • Alternatieve middelen op biologische basis die toegepast worden voor of tijdens de teelt. Waaronder nemater en blancheerwater (uit de aardappel-industrie).
  • Rol van groenbemesters: groenbemesters die het bodemleven stimuleren.
  • Biofumigatie door inzet van specifieke bio-fumigatie mengsels.

Op deze velden is vooraf bemonsterd op aanwezigheid Pp. Vervolgens worden de toepassingen uitgevoerd en zijn de groenbemesters gezaaid. Aan het einde van de proefperiode wordt weer bemonsterd en gekeken of er effecten gerealiseerd zijn op de aaltjespopulatie in de bodem.

De resultaten 2015 zijn te vinden in het PDF-bestand. Hier treft u ook de eindresultaten aan van het project en de presentatie die gehouden is op de einddag van het Koepelproject op 9 februari 2017.  

Biologische grondontsmetting is ook getoetst in vaste planten. Er is een demo uitgevoerd in de vaste plantenteelt bij Mts Lucassen te Afferden.  Eind april is een demo aangelegd bij het planten van Astilbe. 100 kg Nemater granulaat per ha is bij de neuzen in de plantgaten gestrooid met een rijenstrooier. In het seizoen zijn daarnaast nog 3 bespuitingen met Nemater vloeibaar uitgevoerd. Presentatie van de eindresultaten treft u hier aan. 

 

Contactpersoon: Edwin Kohrman, Cultus

Beheersing aaltjes door inzet groenbemesters

Insteek van de proeven in 2015 en 2016 is om een reductie van de aaltjes Pratylenchus penetrans en M. chitwoodii/ fallax te bewerkstelligen door de inzaai van groenbemesters. En het aantal nuttige overige aaltjes te vergroten. 

In 2015 werden de volgende groenbemesters toegepast: 

  • Neutkens mix met borrage, zonnebloemen, boekweit, vlas en algerijnse klaver;
  • Innoseeds BioVitaal mix met witte en rose rammenas. Daar aan toegevoegd Japanse haver.
  • Rammenas gecoat zaad en 4 kg japanse haver.

Resultaten seizoen 2015 van deze proef zijn te vinden in bijgaande PDF

In 2016 werden de Tagetes 'Single Gold' (standaard), Neutkensmix en Biofumigatie (mengsel van bladrammenas en gele mosterd) toegepast. Een kort overzicht van de resultaten hieronder. Voor het eindverslag klik hier. 

  • Tagetes 'Single Gold'  heeft het beste resultaat laten zien. De verhouding tussen de nuttige overige aaltjes en de schadelijke aaltjes Pratylenchus penetrans is veruit het gunstigst. Bij Tagetes zijn de nuttige overige aaltjes gestegen van 1555 naar 1925 en de schadelijke aaltjes Pratylenchus penetrans gedaald van 69 naar 52.
  • Bij Neutkensmix is de vermeerdering van de nuttige overige aaltjes ruim verdubbeld, maar de stijging van de schadelijke aaltjes Pratylenchus penetrans is explosief gestegen van 69 naar 1612.
  • Bij Biofumigatie is er nauwelijks vermeerdering van de nuttige overige aaltjes en zijn de schadelijke aaltjes Pratylenchus penetrans explosief gestegen van 69 naar 4218.

Klik hier voor de presentatie van de eindresultaten tijdens de einddag van het koepelproject. 

Contactpersoon: Rene van Gastel, Groeibalans

 

Met dezelfde insteek is er in 2015 een proef aangelegd bij MTS Lucassen in Afferden.  Op een perceel zijn in 2015 naast de Tagetes, drie andere soorten groenbemesters ingezaaid: twee soorten van Innoseeds en een biofumigatiemengsel.  

Voor en na de teelt zijn er grondmonsters genomen om de hoeveelheden plant parasitaire aaltjes te bepalen.

Kijk in de PDF voor de resultaten van 2015. In 2016 wordt op een ander perceel de proef herhaald.

Contactpersoon: Eugene van Abeelen, Delphy 

Gezonde bodem met organisch materiaal-VICOE

VICOE staat voor Vitale Circulaire Organische Economie, Het is een lopend project (3 a 4 jaar) met meerdere onderdelen binnen de agrarische sector, bij overheden en waterschappen.

Eén van de onderdelen is het opwaarderen van reststromen uit de boomkwekerij. Uiteindelijk doel is een betere bodemvruchtbaarheid en ziekteweerbaarheid. Dit onderdeel vindt plaats in nauwe samenwerking met de Coöperatieve vereniging Treeport en wordt in het koepelproject gevolgd en ondersteund.

Kijk voor de eerste resultaten in de PDF

Een beeld van de resultaten 2016

  • Er is een flinke uitbreiding wat betreft compostering op eigen bedrijven i.s.m. de loonbedrijven. De verwerking van de resten van Bos en Haagplantsoen is het grootste aandeel van de verwerking op dit moment. Maar ook laanbomen- en containerteelt resten worden verwerkt.
  • Maaisel is een andere bron. Dit maaisel is afkomstig van de ecologische verbindingszone (EVZ) van Waterschap de Brabantse Delta. Maar ook van Natuurmonumenten en Staatbosbeheer is maaisel afgenomen.
  • Door goed de inhoud te meten van de uiteindelijke groencompost kan nauwkeurig gedoseerd worden naar behoefte van de teelt en de bodem. Dit wordt begeleid en via een bemestingsplan uitgewerkt. Bij de bedrijven met Milieukeur wordt een organische stof balans uitgewerkt m.b.v. de eigen compost.
  • Enkele boomkwekers werken ook met Bokashi (Japans woord voor gefermenteerd organisch materiaal). De testen met Bokashi vanuit maaisel van het Waterschap worden ruimer opgezet en er worden verschillende systemen vergeleken.
  • Bij de boomkwekers is vooral gekeken naar de kwaliteit van het eindproduct, de groencompost en Bokashi en de inhoud en biologie, zodat er goede adviezen kunnen worden gegeven over de hoeveelheden die uitgereden worden over het land voor de teelt of groenbemesters uit.  Hierbij staan een algemeen goed beheer van het organische stof en ziekteweerbaarheid in de gewassen centraal. 

De presentatie van dit project tijdens de einddag van het Koepelproject treft u hier aan. 

Contactpersoon: Réne van Gastel, Groeibalans.

 

Het koepelproject wordt mogelijk gemaakt door: 

© 2024 LTO Vakgroep Bomen en vaste planten - LLTB - LTO Noord - ZLTO
Disclaimer - Privacy statement