Preventie-buxus

Buxus op integrale wijze

Binnen dit project worden verschillende aspecten van de teelt onderzocht, om tot een duurzame oplossing te kom

  1. Buxusbladvlo wordt bestreden met alternatieve middelen naast een referentie die momenteel in de praktijk gebruik wordt. Zie de resultaten 2015 van deze proef in de kas. In 2016 is de proef herhaald in piramides van Buxus buiten. Getest zijn de volgende middelen: VBC Ultra, NeemAzal, ERII en de combinatie van Gazelle plus uitvloeier. Bij alle behandelingen was minder bladvlo aanwezig ten opzichte van onbehandeld. Gazelle komt als beste naar voren. VBC Ultra kan het beste bij aanwezige bladvlo worden gespoten. ER II heeft effect, maar zorgt niet voor voldoende afname na 3 bespuitingen. Bij de behandelingen met NeemAzal is nog levende bladvlo aanwezig na 3 bespuitingen. Voor aanpak en resultaten in 2016 kijk hier.
  2. Er vindt een besmettingsproef met Cylindrocladium plaats in de kas. Hier zijn verschillende plantversterkende middelen beoordeeld op de werking tegen Cylindrocladium.
  3. Vervolgens wordt buiten ook een demoproef met verschillende plantversterkende producten aangelegd.
  4. In de vollegrondsteelt van Buxus wordt onderzocht of het opspatten van regenwater kan worden voorkomen waardoor mogelijk besmetting van Cylindrocladium gereduceerd kan worden. Verschillende afdekmaterialen worden hiervoor gebruikt. Zie de resultaten van mulchen.
  5. Einde 2015 wordt een proefveld aangelegd in de vollegrond met het kweken van Buxus op ruggen. Doel is vooral om bodemziekten te minimaliseren en watergift en bemesting te optimaliseren met druppelirrigatie. Zie hier voor de resultaten wat betreft de teelt van buxus op ruggen. 

 

Tijdens de einddag van het Koepelproject Plantgezondheid zijn de resultaten van de buxus proeven gepresenteerd. 

Contactpersoon: Johan van den Broek, Delphy

Vitale aanpak Cylindrocladium: plantversterkers

In het kader van het project met plantversterkende middelen zijn jonge Buxus planten ( six pack's) in de kas gezet. Een aantal plantversterkende middelen zijn in overleg met de toeleveranciers meerdere keren toegepast. De behandelingen zijn vergeleken met een standaardbehandeling: spuitzwavel met een hechter.

Planten zijn kunstmatig geinfecteerd en alle objecten zijn afgedekt met plastic folie.  Zie hier voor de resultaten 2015. In 2016 is de proef herhaald met de meest potentiële middelen die in 2015 naar voren kwamen:

  • Vitalance
  • Cuprum plus Argicin Plus
  • Fortify
  • Cuforte
  • Fytaforce plus Cloak plus bladmeststoffen

Met name Cuforte (vloeibare koperformulering) en Fortify hebben goede resultaten laten zien. Cuforte geeft wel wat residu.  Ook de standaardbehandeling spuitzwavel met hechter laat residu zien.

Fortify laat ook heel weinig Cylindrocladium zien. Deze geeft geen residu en geeft ook geen groeiremming op planten. Daarom zou dit een goede aanvulling kunnen zijn op de bestaande middelen. Er dient wel de opmerking geplaatst te worden dat geen één object 100 % schoon was. Dus naar andere zaken waarmee men in de praktijk bezig is, moet zeker ook gekeken worden, 

Zie hier voor de aanpak en resultaten 2016.

Tevens zijn de volgende plantversterkers ingezet om de preventieve werking tegen Cylindrocladium te toetsen. In 2016 6 objecten:

  • Onbehandeld
  • Serenade samen met Elasto G5
  • Serenade samen met Elasto G5 en Vitalance
  • Experimenteel middel Nufarm samen met Hi-wett
  • Agrosensi
  • Vitalance

Met name de laatste 3 behandelingen lijken perspectiefvol. Een herhaling van de demo is echter wel nodig. Zie hier het eindrapport.  Presentatie van de eindresultaten.

Contactpersoon: René van Gastel,  GroeiBalans Teelt & Onderzoek

Vitale aanpak Cylindrocladium: afdekmaterialen

In dit onderdeel zijn de volgende materialen (2 cm dik) toegepast in de teelt van tweejarige buxus:

  • stro,
  • champost,
  • bladmulch en
  • groencompost.

Voor Resultaten 2015. 

In 2016 is de proef doorgezet. Aan het einde van deze teelt heeft het object met champost de mooiste stand van het gewas, de meeste groei, de meest donkere kleur en het minste Cylindrocladium.

Bij object stro was de stand van het gewas het minste (wat gevolg is van mindere groei eerste jaar) en was de kleur minder dan de objecten bladmulch, groencompost en champost.

Bij de objecten bladmulch en groencompost zat er iets meer Cylindrocladium in dan de andere objecten (zelfs iets meer dan onbehandeld). Tijdens de eerste beoordeling op 20 juni was de lengte van het gewas bij stro 5 cm langer dan andere objecten en had object groencompost iets meer groei en was de stand van het gewas het beste.

Kijkend naar het effect op onkruid liet stro het beste effect zien. Tussen de objecten bladmulch, groencompost en champost zat weinig verschil m.b.t. het aantal onkruiden. Wel was onkruid bij object champost donkerder van kleur. Er was bij deze objecten niet veel onkruid aanwezig maar vergeleken met object stro ( wat nagenoeg niets was) was dit toch een verschil.  Kijk hier voor de resultaten 2016. 

Contactpersoon: René van Gastel,  GroeiBalans Teelt & Onderzoek

Het koepelproject wordt mogelijk gemaakt door:

© 2024 LTO Vakgroep Bomen en vaste planten - LLTB - LTO Noord - ZLTO
Disclaimer - Privacy statement