Update: deze maatregelen komen op uw bedrijf af

vrijdag 27 januari, 2023

Er komen veel maatregelen u af: om de kwaliteit van water, natuur en biodiversiteit te verbeteren. Wat staat nu vast en heeft effect op uw teelt en percelen? Nieuwste update nu de bufferstroken al per 1 maart 2023 gelden. 

Anneke van Dijk

Ter bescherming en verbetering van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater en herstel van de natuur en biodiversiteit, komen er veel maatregelen op de sector af. Voor een belangrijk deel zal dit uitgewerkt worden in een gebiedsgerichte aanpak, waaraan alle gebiedspartijen deelnemen: onder andere provincies, waterschappen, gemeenten, terreinbeheerders en de land- en tuinbouw.

Hoewel veel regelgeving in voorbereiding is en nog niet vaststaat, kunnen we alvast wel een overzicht geven van een aantal maatregelen die effect hebben op de teelt en inrichting van uw percelen.

Bemestingsvrije bufferstroken langs alle waterlopen

Als basis geldt voor alle waterlopen (inclusief sloten) langs landbouwpercelen dat dit minimaal 3 meter is. De al geldende wetgeving op bufferstroken voor toepassing gewasbeschermingsmiddelen zal blijven gelden conform Activiteitenbesluit Milieubeheer;

Bufferstroken tot maximaal 4% van een perceel; bij meer dan 4% zijn de terugvalopties:

•          Maximaal 1 meter;

•          Maximaal 0,5 meter waar het maximum van 1 meter ook de 4% overschrijd;

•          Langs droge waterlopen geldt de uitzondering van minimaal 1 meter.

Bufferstroken langs waterlichamen aangewezen voor KRW (Kaderrichtlijn Water) minimaal 5 meter. Zie hier KRW-factsheets per waterschap. Ook hierbij is sprake van terugvalopties:

•         naar 3 meter (in geval van 4% overschrijding);

•          naar 1 meter als de sloot niet breder is dan 10 meter (in geval 4% overschrijding).

Bufferstroken langs ecologisch gevoelige waterlopen: minimaal 5 meter (geen terugvaloptie).

 

Verplicht vanggewas niet voor winterteelten

De verplichting tot inzaaien vanggewas op zand- en lössgronden geldt per 1 oktober 2023. Bij latere inzaai volgt een korting op de stikstofgebruiksnorm in het daaropvolgende jaar.

Deze verplichting geldt niet voor winterteelten. De verwachting is dat alle teelten in onze sector hiertoe behoren (zoals de overheid afgelopen najaar voorstelde). We zijn in afwachting van de definitieve publicatie van de lijst met wintergewassen en de lijst met vanggewassen.

 

Verlaging gebruiksnormen met 20%

Per 1 januari 2024 worden ‘met nutriënten verontreinigende gebieden’ aangewezen op basis van slechte waterkwaliteit, ook bij een trend in toenemende eutrofiëring (geleidelijke toename van nutriënten) en een risico geëutrofieerd te raken.

Tot dat deze aanwijzing is gebeurd, zullen vanaf 1 januari 2023 onder de verontreinigde gebieden vallen: de Zuidelijke en Centrale zand- en lössgronden. Dit is uitgebreid met de gebieden in de waterschappen Noord-Hollands Noorderkwartier, Delfland en Brabantse Delta (voor het deel dat nog niet was aangewezen in 2022).

In deze verontreinigde gebieden zal de gebruiksnorm gradueel worden verlaagd naar uiteindelijk minus 20% per 1 januari 2025 ten opzichte van de gebruiksnormen zoals in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e APN). 

 

Aanvullende maatregelen grondwaterbeschermingsgebieden (vanaf 2024)

Grondwaterbeschermingsgebieden die ‘verontreinigd’ zijn met nitraten krijgen een aanvullend pakket van verplichte maatregelen opgelegd per 1 januari 2024 (nadere uitwerking in samenhang met NPLG).

 

Wat komt er nog meer aan?

Wat er mogelijk aan komt is onder andere:

  • Beperkingen van (grondwater)onttrekking rond Natura2000- en natuurgebieden (zie kaarten Atlas Leefomgeving en Natuurnetwerk Nederland. Dit is bedoeld om de verdroging in natuurgebieden tegen te gaan. Hierover wordt al langere tijd gesproken, en het lijkt nu ook een plek te gaan krijgen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG);
  • Uitspoelingsgevoelige gronden worden exclusief voor natuur, natuurinclusieve landbouw en extensieve niet-uitspoelingsgevoelige teelten bestemd. Hoe dit precies zijn beslag gaat krijgen, volgt uit het gebiedsproces binnen het NPLG;
  • 100 tot 250 meter brede bufferzones aan weerszijde van beken op zandgronden. Dit is aangekondigd in het Addendum (toevoeging) van het 7e APN, met meerdere doelen: ter verbetering van het waterbergend vermogen van het beekdal, verbetering waterkwaliteit, vergroten natuurareaal en vanuit het oogpunt biodiversiteit. De nadere uitwerking zal ook volgen uit het gebiedsproces vanuit het NPLG.

Toekomstige inrichting landelijk gebied

De inrichting van het landelijk gebied zal door al deze maatregelen veranderen. In diverse studies en rapporten zijn scenario’s en kaartjes geschetst over de toekomstige inrichting van het landelijk gebied.

 

Wat doet LTO?

LTO Nederland zet zich in voor:

  • Een overgangsjaar voor onder andere de invoering van bemestingsvrije bufferstroken;
  • De inzet van juridische expertise om een aantal maatregelen te doorlichten;
  • Het introduceren van een maatwerkaanpak zodat ondernemers voor een aantal van de maatregelen uit het 7e APN ontzien kunnen worden: door uitvoering van andere maatregelen die beter bij de bedrijfsvoering passen met een gelijkwaardig effect;
  • Het leveren van een zienswijze op diverse (internet)consultaties.

De LTO Vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen wil laten uitzoeken wat het perspectief van de teelten uit onze sector is in de beekdalen en op (zoals LNV dat noemt) ‘uitspoelingsgevoelige gronden’.

Anneke van Dijk

Meer nieuws

© 2024 LTO Vakgroep Bomen en vaste planten - LLTB - LTO Noord - ZLTO
Disclaimer - Privacy statement