Ted (58) werkt al 40 jaar bij Faassen Plants in Tegelen, hij klopte ooit bij Bart Faassen aan met de vraag of de ondernemer zaterdagwerk voor hem had. „Van kindsaf aan heb ik altijd gezegd: ‘Ik wil boer worden’. Uiteindelijk ben ik kweker geworden. Ik wilde mijn vak kennen, ik wilde plantennamen kennen. Bart heeft de mogelijkheid geboden om dat alles te leren en te groeien in zijn bedrijf. Hij heeft me altijd begeleid. Iedere dag fiets ik hier in een minuutje naar toe; het is nooit anders geweest.”

Nu doet Ted de verkoop binnenland, dit betreft ongeveer 40% van de bedrijfsomzet. 60% behaalt Faassen Plants in de export door heel Europa, vooral naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het bedrijf heeft zelf 75 ha kwekerij, met name laanbomen, solitaire struiken, bos- en haagplantsoen en potplanten. Daarnaast zijn er rond de 450 toeleverende kwekers.

In Nederland richt Ted zich met name op aanbestedingen, overheden en grote hoveniersbedrijven. „Ontzorgen, meedenken en adviseren is heel belangrijk, omdat plantenkennis bij klanten afneemt en omdat we willen dat bomen en planten goed in de grond komen. Het is ook belangrijk om zaken op tijd te doen, offertes liefst na een uur terugsturen en niet pas na een week. En afspraak is afspraak, daar waken we voor.”

Hoe loopt de handel?

„De verkoop van plantsoen loopt goed, met herkomsten is het niet normaal! Ook autochtoon loopt goed. We mogen aanbestedingen winnen omdat we autochtoon en duurzaamheid kunnen aantonen met allerlei certificeringen. Zoals On the way to PlanetProof, MPS-A+, Naktuinbouw Select Plant. En voor bosplantsoen hebben we nu ook Skal, 3 ha vollegrond en een containerveld is biologisch. We merken dat er langzaam naar Skal wordt gevraagd. Biologisch kweken betekent terug naar de schoolbanken. Kunstmest strooien kan niet meer, je moet echt vooruitboeren en het kweken vanaf de grond bekijken. Ons plantmateriaal is afgeharder doordat we de watergift goed monitoren en op het randje watergeven. Het is daardoor korter dan regulier gekweekt materiaal, maar het kan daardoor volgend jaar makkelijker in het bos aanslaan en doorgroeien.”

Je merkt nu goed de uitwerking van de Bossenstrategie?

„De uitwerking loopt al een aantal jaren, nu zit die volgens mij op een piek – mede omdat er nu subsidie op herkomsten zit. Maar wat gaat de regering volgend jaar doen? We weten nog niet wat dan de subsidiespelregels zijn. De beschikbaarheid van zaad is nog wel een probleem. De boseigenaar bepaalt wie wat mag oogsten. Vorig jaar hebben wij nog zelf hazelnoten geoogst bij het Limburgs Landschap. Vanuit de cultuurgroep ga ik nog, samen met voorzitter Henk Huijsman en afstudeerder Luuk Aarts, de nationale genenbank in Roggebotzand bekijken.”

Hoe kwam je bij het bestuur terecht?

„Bart Faassen had me voorgedragen, ik moest zijn plek overnemen in het bestuur, haha. Dat vond ik wel goed. Ik heb altijd wel privé wat bestuurlijk werk gedaan. Zoals voor de carnavalsvereniging van Steyl, waar ik een jeugdcommissie heb opgericht die nu mooi uit 25 meiden en jongens bestaat.”

Wat zijn nu je bestuurstaken?

„Inmiddels is Martijn Poppelaars vice-voorzitter, verder zijn de taken nog niet verdeeld. Ik heb wel aangegeven dat ik met voorzitter Henk Huijsman sturing wil geven aan autochtoon. Maar ik heb pas één bestuursvergadering meegemaakt. Sommige vergaderingen waren juist in piektijden van het bedrijf, die kwamen mij niet goed uit. Daar gaan we het nog over hebben, want uiteindelijk blijft het bestuurswerk wel belangrijk voor de cultuurgroep.”

Arno Engels