Stand van zaken Europees bosplantsoen

In de EFNA zijn 15 Europese landen vertegenwoordigd. Jaarlijks wordt de actuele stand van zaken besproken, niet alleen in het bosplantsoen maar ook in de bosbouw. Dit jaar was de 68e EFNA-bijeenkomst in het Engelse Canterbury, met daarna een bedrijfsbezoek aan het 160 ha grote Oakover Nurseries. Namens LTO en de cultuurgroep Bos- en Haagplantsoen waren Erik Kloosterhuis en Henk Huijsman erbij, namens Royal Anthos was Florian Faassen erbij.
Meer soorten, meer herkomstregels?
Belangrijk onderwerp was hoe de EU met de aankomende FRM-verordening (FRM (Forest Reproductive Material) zal omgaan en wat men in Brussel gaat besluiten. Implementering van de nieuwe regels voor bosbouwkundig teeltmateriaal, en vooral voor welke soorten deze nodig zijn, zal zeker nog vijf jaar duren. Vooral de zuidelijke landen willen voor meer soorten nieuwe zaadherkomst-regels gaan invoeren. Dat zal dus nog meer administratie betekenen.
Bosbouwsoorten weren?
Daarnaast blijkt er in Brussel een lijst rond te gaan met soorten erop die men, aangewakkerd door de ‘groenen’, juist wil gaan weren: de zogeheten ‘negative list’. Zo wil men hebben dat Douglasspar (Pseudotsuga menziesii), Amerikaanse eik (Quercus rubra) en acacia (Robinia pseudoacacia) niet meer toegepast gaan worden in de bosbouw, terwijl deze soorten juist zo belangrijk zijn voor houtproductie. Zo reageerde Hongarije fel tegen het negatieve advies voor acacia omdat de Hongaarse bosbouw die veel gebruikt. In de Duitse bosbouw zijn Douglasspar en Amerikaanse eik belangrijk.
EFNA is volop in overleg met de ENA (European Nurserystock Association) en met Brussel om het beste eruit te halen voor de kwekerijen op het gebied van regelgeving rond bosbouwherkomsten. En ook op het gebied van toegestane middelen, want ook dat is een hot item. Voor Nederland verricht LTO hier heel belangrijk werk.
Bossenstrategie in veel landen
Daarnaast deed ieder EFNA-land verslag van zijn bosplantsoensector. Algemeen beeld is dat de kostprijs onder druk staat, maar dat de verkoopprijzen van planten juist vooral wordt bepaald door de markt. Veel landen hebben net als Nederland een nationale Bossenstrategie. In sommige landen wordt die goed benut en ingevuld, maar Nederland blijft in ieder geval ver achter: na vijf jaar is nog maar circa 25% gerealiseerd, terwijl de komende vijf jaar nog 75% moet worden ingevuld. Dit zal nooit gaan lukken; de Nederlandse overheid zal het helaas niet waarmaken. Terwijl wij als producenten van het bosplantsoen daar juist wel op ingezet hebben.
Kansen Nederland
In Europa heerst verder een algemene trend om zoveel mogelijk lokale herkomsten te wensen. Hierdoor kan de export van Nederlandse planten weleens onder druk komen te staan, maar er zijn ook kansen door het gebruik van bosbouwkundige soorten met zaadherkomst uit zowel de Nederlandse Rassenlijst Bomen als Europese rassenlijst.
Het was een belangrijke driedaagse EFNA-bijeenkomst en het netwerk is daar. Volgend jaar zal de bijeenkomst in Noorwegen zijn.
Henk Huijsman
Voorzitter LTO Cultuurgroep Bos- en Haagplantsoen