De rondleiding was voorafgaand aan de bestuursvergadering en werd verzorgd door Arjan Mostert en René Brand van Staatsbosbeheer. De genenbank omvat collecties van inheems-autochtone soorten die bijdragen aan het behoud en beheer van het Nederlandse bos en landschap. De genenbank is een bron van plantmateriaal dat nodig is voor de invulling van de Bossenstrategie.

De genenbank in Roggebotzand (Flevoland) is vanaf 2002 aangelegd; in 2006 zijn de eerste bomen en struiken aangeplant. Staatsbosbeheer beheert de genenbank, het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) levert wetenschappelijke ondersteuning en advies.

Het meeste zaad in de genenbank wordt handmatig geoogst, al dan niet vanuit een hoogwerker. Voor de oogst van sommige zaadsoorten zet Staatsbosbeheer boomschudders in. Het geoogste zaad wordt in de schuren van de bos- en natuurbeheerder bewerkt, opgeschoond en bewaard tot de levering aan kwekers. Kortdurige bewaring gebeurt in een koelcel bij 2°C, langdurige bewaring in een vriescel bij -12°C. In deze laatste bewaart Staatsbosbeheer zaden van bepaalde soorten jarenlang; behoud of verlies van kiemkracht wordt jaarlijks getest met kiemtesten. 

Afspraken bosplantsoenketen

Staatsbosbeheer, de LTO Cultuurgroep Bos- en Haagplantsoen, Treeport Zundert en BoHeZa vormen samen de Samenwerking Hoogwaardig Zaad- en Plantsoengebruik. Hiervoor hebben ze afgesproken drie tot vier keer per jaar bij elkaar te komen om de beschikbaarheid van uitgangsmateriaal te bespreken, de behoefte voor de lange termijn en eventuele opschaling van zaadoogst en productie.

Vorige winter maakten Staatsbosbeheer en de Unie van Bosgroepen een eerste inschatting van de toekomstige vraag naar plantmateriaal vanuit de Bossenstrategie die de rijksoverheid en de provincies uitvoeren. Hiervoor is samenwerking, coördinatie en afstemming noodzakelijk.

Arno Engels