NVWA wijzigt aanpak uitroeiing schorskever
Foto NVWA: boorgangen Euwallacea fornicatus in hout van Ficus
Euwallacea fornicatus heeft in de EU de quarantainestatus. Bekijk hier de waardplantenlijst. Vorig jaar is deze uitheemse schorskever op twee bedrijven in Nederland aangetroffen. Bij één bedrijf is het uitroeien van de kever inmiddels gelukt, maar bij het andere bedrijf nog niet. De NVWA gaat de uitroeiing na een besmetting daarom nu anders aanpakken.
De nieuwe aanpak bestaat uit de volgende drie stappen. Stap 2 en 3 worden pas gezet als uitroeiing bij stap 1 niet is gelukt. Een bedrijf kan ook zelf besluiten af te zien van stap 1 en/of stap 2. De NVWA eindigt elke stap met een monitoringsperiode. Wordt Euwallacea fornicatus in die periode niet aangetroffen, dan worden de maatregelen opgeheven.
Stap 1: Het bedrijf aan zet
Het bedrijf krijgt maximaal 14 weken de tijd om zelf de besmetting uit te roeien. Het bedrijf levert vooraf een plan van aanpak in bij de NVWA; het bedrijf is grotendeels vrij om zelf te bepalen wat hun aanpak wordt. Wel controleert de NVWA of aan de opgelegde maatregelen wordt voldaan. Na het indienen van het plan van aanpak is, onder voorwaarden, afzet van vastgelegde planten mogelijk na inspectie door een keuringsdienst.
Stap 2: Vernietiging van hoog-risico planten
De NVWA laat alle planten ruimen met een stamdiameter van 2 cm of meer van de soorten waarop binnen het bedrijf een besmetting is gevonden. Het bedrijf mag vóór ruiming een bestrijding uitvoeren tegen loslopende kevers.
Stap 3: Vernietiging van alle waardplanten
Dit betreft planten met een stamdiameter van minimaal 2 cm van de volgende soorten: alle houtige soorten, alle palmen met een schijnstam, vrijwel alle andere plantensoorten met een (schijn)stam. Het bedrijf kan kiezen de overige planten in het besmette bedrijfsdeel te laten staan, of deze te verplaatsen naar een niet-besmet bedrijfsdeel.