Mogelijk meer keus in op- en zijwaartse spuittechniek
Foto: KWH/Abemec
Als dat mogelijk is, kunnen boomkwekers meer keus krijgen om te investeren in een op- en zijwaartse spuittechniek: die vloeistof zo efficiënt mogelijk in een gewas brengt, tot zo weinig mogelijk drift leidt en daarmee voldoet aan de wettelijke driftreductie-eisen. Op de DRT-lijst staat immers tot nu toe alleen de mastspuit met gatdetectiesensoren. Deze is ook alleen beoordeeld voor toepassing in hoge laanbomen.
De Technische Commissie Techniekbeoordeling (TCT) beoordeelt of technieken op de DRT-lijst mogen komen. In de TCT zitten deskundigen vanuit de overheid (zoals waterschappen en Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), het landbouwbedrijfsleven en de wetenschap.
In overleg met TCT
LTO Bomen heeft onlangs, samen met Tree Centre Opheusden, gesproken met de TCT: over de werkwijze van beoordelen, zaken waar kwekers in de praktijk tegenaan lopen, en mogelijkheden voor de toepassing van DRT-technieken uit andere sectoren. Het overleg gaf de nodige verheldering.
De TCT beoordeelt uitsluitend of onderzoek dat is uitgevoerd om een spuittechniek of spuitdop in te delen in driftreductieklassen, op de juiste wijze is uitgevoerd en aan de eisen van meetprotocollen voldoet. Bij de beoordeling kijkt de TCT niet alleen kritisch naar de spuittechniek, maar ook naar de uitvoering van de spuit (die kan verschillen afhankelijk van de teelt en het gewas). Pas dan kan een techniek op de DRT-lijst komen, en een bepaalde dop op de DRD-lijst. Hiermee geeft de TCT geen toestemming voor het gebruik. Bevoegd gezag zijn toezichthouders van de waterschappen en de NVWA.
Driftpercentages
De combinatie techniek-dop moet voldoen aan driftreductie-eisen, maar voorschriften op het etiket van een middel zijn leidend als deze strenger zijn. Het Ctgb hanteert sectorspecifieke driftpercentages om de toelating van een middel te kunnen toetsen. Deze driftpercentages zijn berekend met de WUR Drift Calculator.
Dit is een rekentool van Wageningen University & Research om de depositie van verwaaiende druppels (oftewel drift) op oppervlaktewater en niet-doelwit-gewasstroken naast een bespoten perceel te bepalen. De driftpercentages van de fruitteelt blijken hoger te zijn dan van spillen, opzetters en hoge laanbomen, terwijl de fruitteelt over veel meer DRT-technieken beschikt. Dit laatste komt doordat machinefabrikanten aanvragen doen voor toepassing; de fruitteelt is groter en minder divers dan de (laan)boomteelt.
Op korte termijn volgt nieuw overleg. Samen met de TCT proberen we met het Ctgb en het Ministerie van IenW fruitteelttechnieken beschikbaar te krijgen voor de boomkwekerij.
Arno Engels